Vrijdagmiddag 22 oktober stonden verschillende groepjes van de Master Publieksgeschiedenis in de Ruyterzaal van het Nationale Scheepvaartmuseum te presenteren. Dit was niet de eerste keer, en zeker niet de laatste, dat wij verrassend)t van een Museum iets hadden bedacht. Maar wat hebben al die opdrachten met publieksgeschiedenis te maken en wat ik later wil? In deze post een reflectie op de afgelopen weken.
Na de presentatie was er ruimte voor wat reflectie. De weken waren snel gegaan en ik had amper de tijd gehad om iedereen van mijn studie te leren kennen. De borrel in de scheepvaart zorgde voor een soepele stemming waarin iedereen een beetje terugblikte op de eerste periode. Er was toch wel algemene consensus dat het boeiend was, maar nog onduidelijk welke richting we opgingen.
De twee vakken die we gehad hebben waren erg verschillend: het kernvak introduceerde ons in het vakgebied van de publiekshistoricus met meer praktische voorbeelden dan theorie en Special Topics leerde ons over (niet geheel verassend) bijzondere gevallen in de museumwereld. Maar dit laatste bleef een beetje aan mij knagen. Voordat ik de studie begon, en zelfs nog in de eerste weken, had ik een brede opvatting over wat de publiekshistoricus deed: alles buiten de academische wereld. Maar tot nu toe hebben wij bijna alleen maar beziggehouden met de museumwereld. Misschien is dit slechts ter introductie, maar het viel ons op dat we tot nu toe worden opgeleid tot museummedewerker, vooral bij Special Topics. Hier ging het elke week over een andere soort vorm presentatie rol en inhoud van musea. Elke week heb ik wel in een ander museum gestaan, al dan niet voor een opdracht, blogpost of voor mijzelf. De museumjaarkaart is goed gebruikt.
Nu hebben wij binnen deze context ook meer geleerd dan alleen dat: de verschillende rollen die geschiedenis kan spelen voor een maatschappij, hoe juist met een publiek kan worden samengewerkt om nieuwe sociale geschiedenis te schrijven, wat mensen wel en niet trekt tot het verleden en geschiedenis, de controversie die het verleden soms mee brengt, hoe erfgoed verschilt van geschiedenis, wat nieuwe media zoals het internet kunnen betekenen voor geschiedenis en hoe ‘traditionele’ instituties omgaan met maatschappelijke veranderingen en vraagstukken. Toch nog een hele waslijst, maar in het grootste deel van de gevallen wel in context van het opzetten van een tentoonstelling of andere vorm van presentatie in een museum.
De praktische opdrachten waren voor het Amsterdam Museum en het Nationale Scheepvaartmuseum. Voor de eerste mochten we interview afnemen voor Collecting the City, wat pas over enkele jaren tot zijn volledige recht komt wanneer de stad 750 jaar bestaat. De tweede vroeg ons over een nieuwe indeling van het VOC-schip de ‘Amsterdam’, wat presentaties opleverden met verschillende ideeën over inclusie en het toepassen van meerdere narratieven. De laatste deadlines zijn toevallig ook museum of tentoonstelling recensies/analyses voor beide vakken. Ik ben benieuwd wat we als studenten buiten deze wereld om nog gaan leren en doen de komende maanden
Comments