top of page

De Tweede Wereldoorlog terug in Het Gooi.

Reenactment is al decennia in opkomst. Het ‘naspelen’ van historische scenes, veldslagen en tijdperken geeft een nieuwe dimensie aan publieksgeschiedenis. Dit kan bijdragen aan een Dynamische relatie met het verleden volgens Jerome de Groot, maar wat houdt dat in, in dit geval? In deze post een voorbeeld van Tweede Wereldoorlog Reenactment en herdenkingscultuur in Het Gooi.


Toen ik tijdens mijn onderzoek bij de vorige post met mijn vader opzoek ging naar de monumentale plekken kwam ook een andere herinnering boven. In mijn jeugdjaren waren in Hilversum en rondom in het Gooi optochten van militaire voertuigen uit de tweed wereldoorlog rond 5 mei. Hiermee werd de bevrijding herdacht met veteranen en de huidige bevolking op de manier waarop dit in 1945 ook plaats vond: een intocht van voertuigen in bevrijde steden. Toentertijd heette dit evenement Bussum Bridgehead, waar ik als pretiener nog bij ben geweest, wat sinds 2015 op is gegaan in de stichting Het Gooi Bevrijd.


Voordat ik in ga op de doelen van deze stichting viel het mij op waarom de Bussum Bridgehead niet meer bestaat: er was volgens betrokkenen te weinig animo en er was kritiek op het naspelen van Duitse soldaten uit de oorlog. Dit laatste kwam met kritiek dat je niet zomaar ‘nazi’s’ kon naspelen, maar het waren geen SS’ers die geportretteerd werden maar ‘gewone’ Duitse soldaten. Voor de historische redenen is dit soort kritiek lastig: je begrijpt de associatie met de gruwelijk kant van de oorlog en de Duitsers, maar is dit dan een reden om ze te weren van dit soort evenementen?


Het Gooi Bevrijd heeft verschillende doelen heeft gesteld voor hun evenementen en heeft een vorm hiervoor uiteengezet. Veteranen worden uitgenodigd, parades van voertuigen worden gehouden, er zijn muziekevenementen, presentaties en educatieve programma’s voor de jeugd. Dit wordt gedaan om de bevrijding van Het Gooi te herdenken, jong en oud met elkaar in contact te brengen hierover en de jongeren onder ons deze geschiedenis te leren. Een andere vereniging die zich bezighoudt met het behouden van het materiele verleden is Keep Them Rolling (KTR). Zij zien zichzelf zelfs inhoud geven aan de term ‘living history’. Ze houden het verleden in leven, al dan niet met een educatief doel of om het gewoon niet te vergeten. Het doel lijkt hier om iets over en iets van het verleden te leren, waarbij een zo complete historische reconstructie terzijde wordt gelaten.



Echte reenactors zijn het meestal niet. Voor zover ik weet blijven ze niet in een bepaalde rol tijdens de evenementen, maar ze kunnen wel vaak veel publieksvragen beantwoorden. De afgelopen jaren ging het niet door in verband met covid en de laatste keer dat ik er wel was is jaren geleden. Het voelt soms eerder als een verkleedpartijtje en een uit de hand gelopen hobby, maar met de beste bedoelingen. Mijn herinnering vertelt mij verder dat bij de Bussum Bridgehead er ook gevechten werden nagespeeld, maar details of documentatie ontbreekt. Sowieso is de vastlegging van deze evenementen niet erg professioneel, iets waarbij een publiekshistoricus misschien nog van pas komt.


Volgende week ga ik in op een minder traditioneel platform voor geschiedenis: Netflix.


Literatuur:

Jerome de Groot, Consuming History. Historians and heritage in contemporary popular culture (2de editie; Londen/New York 2016) 105-151.


Anne Braedder, Kim Esmark, Tove Kruse, Carsten Tage Nielsen, Anette Warring, ‘Doing pasts: authenticity from the reenactors’ perspective’, Rethinking History. The Journal of Theory and Practice 21, 2 (2017) 171-192.

bottom of page